Geologie en archeologie van de Vlakte van Waaldorpervlakte
TNO Den Haag Waalsdorp is gebouwd op de vlakte die bekend staat als de “Vlakte van Waalsdorp”. Aan de hand van de resultaten van opgravingen en vondsten door zowel professionele archeologen als door de activiteiten en vondsten van amateurarcheologen (veelal medewerkers van het voormalige Physisch Laboratorium en het Meetgebouw) is inzicht ontstaan in de ontstaansgeschiedenis van de vlakte. De archeologische activiteiten zijn vastgelegd in verslagen en tijdschriftartikelen. De eerste directeur van het toenmalige “Meetgebouw” Ir. J.L. van Soest heeft als amateur de vlakte reeds voor 1940 archeologisch in kaart gebracht door het afpassen met de voet.
Uit deze activiteiten is het inzicht ontstaan dat de vlakte in de loop der eeuwen verschillende gezichten heeft gehad, zowel in de aard van het landschap alsook in het gebruik ervan. Het gebied maakte zo’n 1500 jaar voor onze jaartelling deel uit van een uitgestrekte strandvlakte waarop in opeenvolgende verstuivingsperioden duinenrijen gevormd werden. Hierdoor zijn er zowel de “oude duinen” (voor onze jaartelling) als “jonge duinen” (in de middeleeuwen) tot stand gekomen. Tussen deze duinenrijen ontstonden vochtige valleien met veengroei waar zich later bos ontwikkelde. Door grootschalige houtkap in de middeleeuwen en door verstuiving ontstond de tamelijk kale Vlakte van Waalsdorp, waar de oorspronkelijke verveende (zeer oude) lagen aan de oppervlakte kwamen, een zogenaamd ‘geologisch venster’.
In de late bronstijd (periode -1100 to -700) en de late ijzertijd (periode -400 tot het jaar 0) werd de vallei door groepen jagers bezocht die, aan de noordrand (semi)permanente woonplaatsen vestigden. In de Romeinse tijd (-50 tot 400) en later in de Middeleeuwen (1000 – 1500) werden pogingen gedaan om meer permanente woonplaatsen op de vlakte te vestigen en zelfs agrarische activiteiten te ontplooien. Dit agrarisch gebruik werd hierbij zeker tot twee keer toe plotseling afgebroken door het snelle overstuiven met duinzand (begin 13e en 14e/15e eeuw).
Hierna heeft zich het nu bestaande duinlandschap gevormd.
Uit de periode van het begin van onze jaartelling tot heden zijn ook andere gebruiksvoorwerpen gevonden zoals Romeinse mantelspelden, knopen, munten, pijpenkoppen en dergelijke welke in het museum aanwezig zijn. Vanaf de tweede helft van de 18e eeuw (en mogelijk zelfs eerder) heeft de Vlakte van Waalsdorp dienstgedaan als militair oefenterrein. De militaire historie is te herkennen uit de vele vondsten van munitieresten en delen van wapens en van uitrustingsstukken. Van de bewoningsactiviteiten zijn voornamelijk potscherven aangetroffen. Hiernaast zijn resten aangetroffen van vuurplaatsen van bewoning of tijdelijk verblijf en spitsporen van agrarische activiteit. Het is zelfs zo dat de vloer van het museum TNO-locatie Den Haag Waalsdorp midden in een middeleeuwse akker ligt.


- jong duin
- natuurlijke bodem op oud duin
- middeleeuwse akkerlaag
- humeuze laag met spitsporen
- veen
- oude duin

- opgravingswerkput (omtrek)
- geconstateerde sloten
- gereconstrueerde sloten
- geconstateerde dichtgooide sloten
- gereconstrueerde dichtgegooide sloten
Referenties
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: Commissie voor Physische Strijdmiddelen, 1929-1932, 1938-1940, nummer toegang 2.13.94, inventarisnummers 1 & 2.
- P. Oosterveer, W. Pont, W.J. Jung (1986). ‘Verslag van het Onderzoek naar de militaire geschiedenis van de Vlakte van Waalsdorp (bij ‘s-Gravenhage gelegen)’