Digitale techniek: Joysticks en trackballs (1955 – 1970)
Joysticks en trackballs (1955 – 1970)
Vanaf 1955 zijn voor het aanwijzen van objecten op radarschermen en het geven van invoer door het Physisch Laboratorium TNO voor die tijd geavanceerdere joystick systemen ontwikkeld. Een joystick is een instrument waarbij een mechanische beweging van een stuurknuppel, schuifknop of ronddraaiende bal (trackball) in de X-en Y-richting via twee potentiometers wordt omgezet in twee evenredige analoge elektrische spanningen. Deze twee variabele spanningen bewegen een symbool over een beeldscherm. Via dit symbool kan bepaalde informatie in het beeld, bijvoorbeeld een radarecho of radartrack, worden gemarkeerd.
Doel van de ontwikkeling was om snel en nauwkeurig en met dezelfde kracht de markeerpositie in iedere richting te besturen. Duidelijk zal zijn dat de eerst ontwikkelde systemen met twee weerstanden gemakkelijker langs de 0-180 en de 90-270 graden assen bewegen dan naar een andere positie. Met de trackballs met een ‘luchtkussen’-lagering ging dat probleemloos in iedere richting.
Hieronder een aantal foto’s van die technisch en mechanisch vooruitstrevende systemen.