Computerhistorie: Fusie PhL-LEOK 1983 – 1986

 

Fusie tussen het LEOK en het Physisch Laboratorium (PhL)

 
De fusie tussen het LEOK en het Physisch Laboratorium (PhL) op 1 december 1984 tot het TNO Fysisch en Elektronisch Laboratorium (TNO-FEL) had ook gevolgen voor de organisatie van het computerbeheer. De Computergroep van het Physisch Laboratorium werd gesplitst en samengevoegd met de computerbeheersgroep van het LEOK. De groep Computers&Instrumenten (C&I) binnen de Bedrijfstechnische Stafafdeling werd verantwoordelijk voor de dagelijkse operaties van de systemen en het netwerk.
De systeemprogrammeurs en applicatieprogrammeurs van het LEOK en PhL werden ondergebracht in de sectie ‘Beheer en Support’ van groep 2.4 Computerarchitectuur en Dataverwerking binnen Divisie 2 (Systeemontwikkeling en Informatietechnologie). Een klein jaar later werden de systeemprogrammeringsactiviteiten en een Software Service Desk (SSD) apart ondergebracht in de groep ‘Systeemmanagement en Support (SMS)’.

Nieuwe computerruimte; einde ponskaartentijdperk

In februari 1984 kon in de nieuwbouw van het TNO FEL (de tegenwoordige TNO locatie Den Haag Waalsdorp) de nieuwe computerruimte betrokken worden. Omdat wij van de ponskaartverwerking af wilden, werd de ponskaartlezer op 1 januari 1984 buiten gebruik gesteld. De laatste gebruiker van de kaartlezer was … de afdeling Systeemprogrammering. Systeemprogrammering had voor het vertalen en installeren van een update van nieuwe systeemprogrammatuur, iets dat twee tot drie keer per jaar plaatsvond, een honderdtal kleine kaartjobs. Het trekken uit en opbergen van ponskaarten uit een kaartenbak was handzamer dan het opbergen in vele files op het systeem. Om dit probleem op te lossen werd het “indirect permanent file”-systeem van de Universiteit van Adelaide geïnstalleerd (de oplettende lezer heeft inmiddels kunnen constateren, dat het veelvuldig gebruik van public domain/open software op TNO FEL al sinds het begin van de jaren zeventig plaatsvond).
Tijdens de bouw van de nieuwe voorvleugel van TNO locatie Den Haag Waalsdorp, was de nieuwbouw verboden gebied. Het ontwerp van de nieuwe computerruimte was alleen op een plattegrond bekeken. Een maand voor de verhuizing werd daardoor zeer laat een groot probleem ontdekt: er was geen waterkoeling voor de CYBER beschikbaar. Sterker nog, er stond een luchtkoelingssysteem dat rekening hield met een maximaal gevulde computerruimte met twee ‘hete’ CYBERs, een dubbele hoeveelheid PDP’s en VAXen, en de nodige randapparatuur. Inclusief een veiligheidsfactor was er na het aanbrengen van waterkoeling sprake van een gigantische overcapaciteit aan luchtkoeling en -circulatie met een factor vijf of zo. Het voordeel was dat er nauwelijks een luchtstroom voelbaar was en dat de werkkamers mee gekoeld werden.
Een ander probleem was het rare idee van de bouwers om de vloer in de datacommunicatieruimte te verhogen met beton om daarmee gelijk uit te komen met de verhoogde computervloer daar waar wij alle kabels onderlangs wilden routeren. De enige oplossing was gaten boren in de muren.