Computerhistorie: Grafische voorzieningen periode 1986 – 1989

 

Grafische voorzieningen: GX4000 en I2S

In de loop van 1988 werd door de IT BeleidsCommmissie (ITBC) adviesgroep grafische voorzieningen (AGV) de vervanging van het Evans & Sutherland-systeem voorbereid. Besloten werd over te gaan tot aanschaf van een SUN 3/260 – Raster Technologies GX4000-configuratie en een kleine SUN 3/60. Eind 1988 werd de SUN 3’s geleverd. De GX4000-borden, monitoren en overige apparatuur werden begin 1989 geïnstalleerd door Ponder Associates, die de totale systeemverantwoordelijkheid had.
De GX4000, een “state-of-the-art” product, bestond uit PHIGS+-software en speciale grafische borden die zeer snel vectoren zichtbaar konden maken. Ook was er hardware Z-buffer aanwezig. Op 28 maart 1989 werd het systeem geïntroduceerd op een intern colloquium van divisie 2. De acceptatie werd een lijdensweg. In de loop van 1990 werd Raster Technologies overgenomen door Alliant, de leverancier van multiprocessor minisupercomputers. De PHIGS+ software en de hardwareborden bleken vele fouten te bevatten. Besloten werd om de acceptatie uit te stellen totdat nieuwe versies van zowel SunOS als van Raster ontvangen waren.
Vele uren van Systeem Management & Support (SMS) en anderen werden gestoken in de pogingen om het systeem werkend te krijgen. Uiteindelijk werd besloten om het systeem maar verder te gebruiken ‘as-is’ en om alle fouten heen te programmeren. Dat kostte veel extra projecttijd. Na twee en een halfjaar was het GX4000-systeem nog steeds niet geaccepteerd. Omstreeks die tijd werd besloten dat het systeem niet als algemene faciliteit te handhaven was, waarna het computersysteem nog een nuttige functie als UNIX-werkstation en display-faciliteit vervulde in divisie 2. Deze ervaringen leidden tot het beleidsbesluit om ‘state-of-the-art’ producten voortaan uit te bannen als algemene voorziening.

VAXstation 3500/I2S

Het rastergrafische COMTAL-systeem was eind 1988 ook aan vervanging toe. Begin 1989 werd bij Eurosense een VAXstation 3500 besteld met daaraan twee IVAS-display stations (I2S-systeem). De VAXstation 3500 was op de Local Area Vaxcluster (LAVC)-manier gekoppeld aan de VAX 11/750 die als server optrad. Het VAXstation 3500 had 16 MB geheugen en een schijf van 300 MB. Ook van dit systeem verliep de acceptatie verre van vlekkeloos. Op 6 april 1989 waren er 43 problemen gelogd, waarvan een deel snel opgelost konden worden. De verwachtingen met betrekking tot de grafische programmatuur waren echter hier en daar hoger gesteld dan door de leverancier waargemaakt kon worden. In tegenstelling tot de problemen met de GX 4000 kon het systeem grotendeels probleemloos gebruikt worden zonder de noodzaak om complexe omwegen te zoeken. Omdat de ideeën m.b.t. (rastergrafische) beeldbewerking binnen divisie Waarnemingssystemen veranderden, werd het systeem begin 1993 bijna niet meer gebruikt. Reden om het systeem al op 1 november 1993 buiten gebruik te stellen.

Stuntwerk: plotten en previewen

Naast de plotfaciliteiten onder NOS/VE en NOS/BE ontstond ook op de Centrale VAX (VC) behoefte aan dergelijke voorzieningen. Omdat de CYBER systeemprogrammeurs weinig ervaring hadden met de VAX/VMS operating systeem commando’s, de vertalers en editors leek het een aardige uitdaging om de DEC-wereld beter te leren kennen. De uitdaging werd opgepakt om de onder NOS/VE ontwikkelde plotbibliotheek (ASCII-bestand aanmaken met subroutinenummers en de parameters) aan te passen voor de VAX-omgeving. Het interpreteerbare bestand met de gecodeerde routineaanroepen zou dan met FTP overgestuurd kunnen worden naar de CYBER onder NOS/VE gebruikmakend van de ftp-concepten zoals die eerder gebruik werden om de print files via de dubbele gateway naar de CYBER te krijgen. Tot verbazing van sceptische DEC-collega’s was dit binnen een dag werkend voor elkaar.

Begin 1988 was er voor een aantal projecten een grote vraag naar plot-preview faciliteiten onder NOS/VE. Een eerste inschatting was dat een dergelijk pakket een manmaand werk zou vergen als gebruik werd gemaakt van de net nieuwe Graphical Kernel System (GKS) software. Nu had niemand binnen SMS enige ervaring met GKS, dus was het moeilijk om een juiste schatting te maken van de benodigde tijd. Op een vrijdagmiddag werd een nieuw boek over GKS op de leesplank ontdekt. De verleiding was groot: het boek werd voor het weekeinde meegenomen tezamen met een listing van de eerder beschreven basisplotroutines onder NOS/VE. Na het lezen van de eerste hoofdstukken met de basisprincipes van GKS, werd achtereenvolgens iedere basis Calcomproutine (daarboven bestond een hele bibliotheek aan complexe tekenroutines) aan de hand van het GKS-boek herschreven in subroutines met een aantal GKS-aanroepen. Het grootste conversieprobleem zat in het schrijven van de juiste schalingsroutines. Reeds na de eerste foutloze vertaling kon de eerste tekening gepreviewed worden. Binnen een week werd Preview onder NOS/VE als bibliotheek in productie genomen!
Enthousiast geworden werd door de DEC beheerder opgemerkt, dat het nu een ‘fluitje van een cent’ moest zijn om de Preview-optie ook op de VAX aan de praat te krijgen. Een nieuwe uitdaging! En dat niet alleen, na wat vogelen konden ook andere devices als de kleurenprinter en een Postscript-printer aangestuurd worden vanuit de Calcompprogramma’s. Reden genoeg om ook maar een Calcomp devicedriver te schrijven voor het VAX GKS-systeem. De Cybercollega’s ontdekten daarbij tot hun lol een softwareprobleem in de DEC-bibliotheek. Met behulp van die driver werd het mogelijk voor de gebruikers om VAX GKS-preview tekeningen via VAX/VMS, een Ultrix-gateway, de Network device interface (NDI), NOS/VE, NOS/BE en de Calcomp 906-controller de plottekening (uiteindelijk) op de Calcomp 1051 plotter te plotten. Het FEL-TNO Uniforme ISO/OSI Basic Reference Model ten top!