Computerhistorie: DEC systemen (1989 – 1994)

 

DEC systemen (1989 – 1994)

Op 13 juli 1989 werd de VAX 11/750 voor wetenschappelijk rekenwerk (VC) vervangen door een VAX 6310, die beter geschikt was om de centrale VAX-capaciteit voor rekenwerk en de afhandeling van het VAXCluster-werk af te handelen. Ook werd gestart met een nieuw type schijven, de SA600-diskarray met RA90 (1.2 GB)-schijven. De VAX 11/750 werd overgedragen aan de Dienst Grondwaterverkenning TNO in ruil voor CDCnet-apparatuur die de DGV-TNO af te stoten had na het buiten gebruik stellen van hun CYBER 810.

Een CDCNet xDI box (courtesy Fredi Ferrari, Fides (CH))
Een CDCNet xDI box (courtesy Fredi Ferrari, Fides (CH))

 

DEC VAX 6310 met de TA90E op de voorgrond, de VAX 6410 op de achtergrond
DEC VAX 6310 met de TA90E op de voorgrond, de VAX 6410 op de achtergrond

Eind 1989 werd door de Groep Bedrijfsadministratie voorzien dat de VAX 8350 medio 1990 te klein zou zijn om alle geplande FELBIS-applicaties te kunnen draaien. Eind juni 1990 werd dan ook besloten de VAX 8350 voor de FELBIS-toepassingen in te ruilen voor een VAX 6410. Gelijktijdig werd de VAX 6310 voor wetenschappelijke toepassingen geüpgraded tot een VAX 6410. Enkele jaren daarna besloot de Raad van Bestuur TNIO voor één administratiesysteem TNO-breed gebaseerd op SAP. FELBIS moest dus binnen een jaar overgezet worden naar het centrale systeem. Het IBIS-project dat dit moest regelen ging niet zonder slag of stoot daar de administratieve rapportages uit FELBIS gebruiksvriendelijk waren en een aantal FELBIS toepassingen zoals apparatuurbeheer niet door de centrale administratie ondersteund werden. De gebruikers bij FEL-TNO gingen er dus in eerste instantie aanzienlijk op achteruit. Als projectlogo werd de ibis hieroglyph uit de oudheid gebruikt; heel toepasselijk stond dit in Egypte symbool voor de God van de schrijvers en rekenaars.

Installatie van de 2e VAX 6410
Installatie van de 2e VAX 6410

 

VAX 6000-410 bord
VAX 6000-410 (6410) bord

Minder operatorinterventies

De afdeling Apparatuur, IT-Voorzieningen en Instrumenten (AITV&I) in oprichting had de FEL-Directie er van kunnen overtuigen dat overgegaan moest worden tot automatisering van het beheer. Naast de jukebox aan de CDC 4380 werd gepleit voor een DEC TA90-eenheid die twaalf IBM-3480 cartridge tapes (200 Mbyte per stuk) in twee stackers volautomatisch achtereenvolgens kon beschrijven. Nadat van een IBM-kennis vernomen was, dat een nieuwere versie van de eenheid eerdaags uitgerust zou worden met datacompressie waardoor er nog meer backup-gegevens op de cartridges geschreven konden worden – tot wel 600 MB per cartridge – werd de druk op de DEC-verkopers verhoogd. Na stevig onderhandelen kreeg het FEL al eerste in Nederland de nieuwe TA90E-eenheid. Dit voor dezelfde prijs als waarvoor eerst de TA90 geoffreerd werd. Met andere ‘in-side’ informatie wist het FEL ook een nieuw type disk/tape-controller, de HSC5X-DA, te bedingen.
De eerste ervaringen met de HSC5X-DA controller waren echter wat slechter. Na twee dagen, gaf de controller schijnbaar de geest: de gekoppelde schijven en de tape-eenheid gingen een factor duizend trager werken of gaven geheel de geest. Een vervangende controller werkte slechts één dag, waarna ook dezelfde controller in de andere VAX het begaf. DEC had niet zo veel reservecontrollers in voorraad in Nijmegen. Het reparatiecentrum kon de fout niet direct reproduceren. In Amerika had men echter ook enkele controllers met het zelfde euvel ontdekt. Uiteindelijk bleek de controllerkaart een VAX 6000-CPU op de kaart te bevatten waarvan enkele pootjes niet aangesloten waren. Indien die een elektrisch stoorsignaaltje oppikten werd een CPU-interrupt gepleegd. Die kon echter niet afgehandeld worden door de controllersoftware, waardoor een oneindige loop ontstond. Na enkele weken ellende waren deze problemen snel de wereld uit en had FEL-TNO zeer moderne VAX-faciliteiten.