Luchtakoestiek: Gebruik van luistertoestellen en zoeklichten (1939 – 1940)
Gebruik van luistertoestellen en zoeklichten (1939 – 1940)
Uit een ontvangen verhaal over de organisatie voor de Tweede Wereldoorlog van de luchtverdedigingszoeklichtafdelingen bij de Krijgsmacht is een beeld gekregen hoe de luistertoestellen in die organisatie functioneerden. Het Regiment der Verlichtingsdienst van het Wapen der Genie bestond uit zoeklichtafdelingen tegen luchtdoelen, opgedeeld in ieder vier secties met vier zoeklichten, waarvan één het verkennende zoeklicht was aangevuld met een luistertoestel. Moderne zoeklichten hadden een diameter van 150 cm. De lamp trok 200 Ampère. Het bereik was circa 7 kilometer. Nadat met het luistertoestel de richting van het doel was vastgelegd, werd als eerste het leidende ook wel verkennend zoeklicht genoemd (zie: achtergrondartikel) ontstoken voor zo’n 80 seconden. Was een doel in de lichtbundel gevangen, dan volgden ook de andere zoeklichten. Binnen de 80 seconden kon voldoende informatie worden verzameld om de schietgegevens te berekenen en te vuren.
Via oudgedienden bij de VIIde Zoeklicht Afdeling is vervolgens meer informatie achterhaald.
Gesprek met dhr. J.S.: Toen hij 18/19 jaar was, diende hij als dienstplichtige in de Kromhoutkazerne te Utrecht. Hij werd daar opgeleid als luisteraar op het tweeassige Van Soest luistertoestel te Fort bij Rijnauwen. Het drieassige luistertoestel heeft hij nooit gezien. Hij luisterde in het fort geblinddoekt met het luistertoestel naar een werkende bel die van links naar rechts en omhoog en omlaag werd bewogen [over de zogeheten “zoemerbaan”], waarbij de geluidsbron zo goed mogelijk gevolgd moest worden. Op de hei werden oefeningen gedaan met het volgen van een sportvliegtuigje.
In 1939/1940 was J.S.’ sectie gelegerd in het kasteeltje “de Binckhorst” waar sectiecommandant Lt. de Groot de graaf van het kasteel werd genoemd. De zoeklichten van de sectie stonden in de Haagse Hout, in Leidschendam, in Wateringen en in Zoetermeer. De sectie was ingedeeld bij de VIIde Zoeklicht Afdeling tegen luchtdoelen met de reeds eerder genoemde Ribbius als commandant. Volgens J.S. was Ribbius een “geweldige” man met een groot sociaal gevoel. J.S. kreeg van hem na zijn afscheid een goed rapport van zijn staat van dienst dat hem in zijn hele carrière heeft geholpen.
Gesprek met dhr. van R.: Van R. heeft in 1939/1940 gediend in de 1e sectie van VIIde Zoeklicht Afdeling en was ingekwartierd te Loosduinen. De operationele locaties van de vier zoeklichten waren Radio Scheveningen, de Madepolder, de Leyweg en Kijkduin, waar het verkennende zoeklicht en het luistertoestel stond. Van R. was ingedeeld bij het zoeklicht te Kijkduin, waarbij ook de bekende violist Benny Behr was ingedeeld. Hij vertelde ook al dat Ribbius zeer veel deed voor zijn mensen en na afloop van de mobilisatie kreeg ieder afdelingslid een zilveren herdenkingsring van hem.
Gesprek met de heren G.M.van R. en J.B.: Beiden waren ingedeeld bij de 2e sectie van de VIIde Zoeklicht Afdelingen met zoeklichten te Wateringen, Kwintsheul, Loosduinen en Nootdorp. B. was gelegerd in Wateringen en Van R. te Loosduinen. Van R. was bekend met het drieassige zoeklicht dat in Loosduinen in gebruik was, maar het drieassige luistertoestel kende hij niet.
Gesprek met A. de J.: Sgt. de J. diende in 1939/1940 bij de 4e sectie, Zoeklicht Nootdorp, van de VIIde Zoeklicht Afdeling. Het verkennende zoeklicht van Nootdorp had een drieassig luistertoestel, waarmee het standvlak werd vastgesteld door het meten van de standhoek en de hoek van de snijlijn met het maaiveld. De J. heeft als militair op de Koekamp (Malieveld) gedurende enige tijd het Elektrisch Luistertoestel (radar Von Weiler) bediend. Hij weet ook nog dat de apparatuur bij de Duitse inval ter plaatse werd verschroot. Hij is later op de plek geweest om te zien of er nog iets bruikbaars te vinden was. Dit was niet het geval, de vernietiging was grondig uitgevoerd. Het was De J. bekend dat de tekeningen van de radar in Engeland terechtgekomen zijn. Na de capitulatie is De J. in dienst gekomen als chef van de Afdeling Elektronica bij de Centrale Werkplaats (CWP) van de PTT aan de Binckhorstlaan. In die functie heeft hij meegebouwd aan de omroepzender “Herrijzend Nederland” van het Physisch Laboratorium PTT, voor de inval van de Duitsers het “Meetgebouw van de Commissie voor Physische Strijdmiddelen”. De Duitsers werden om de tuin geleid door het laagfrequent deel te bouwen als distributiezender en het hoogfrequent deel als hoogfrequent smeltoven. Ook heeft zijn afdeling meegewerkt aan de bouw van door het Physisch Laboratorium ontwikkelde medische apparatuur. Van Soest en Gratama van het Physisch Laboratorium kende hij heel goed.
Brief n.a.v. oproep in “Opmaat” van L.K.W., dd. 12-3-2000: “Het luistertoestel (Van Soest) is bij ons in Tjimahi gebruikt bij het opsporen van vliegtuigen. Zodra we het doel hadden opgespoord werd de waarneming overgenomen door het centraal commando. Daarna werden de zoeklicht en de luchtdoelbatterij in werking gesteld”
Brief van N.C.M.Janssen: Janssen schrijft over oefeningen, waarbij geblinddoekt geluisterd werd naar een zoemer die heen en weer en/ of omhoog en omlaag bewogen werd. Dit is noodzakelijk om de spiraliserende beweging met de luisterschelpen te oefenen waarbij het geluid van het doel niet verloren gaat. De cirkelende beweging moest zo klein zijn dat bij de horizontale beweging het geluid in het achterhoofd van links naar rechts beweegt of omgekeerd en bij verticale beweging de geluidsintensiteit licht in sterkte verandert. Hieruit moest door de luisteraar geconcludeerd worden in welke richting het doel verplaatste, zodat hij het kon blijven volgen.
Brief van veteraan W.F.K. Sgt.bd: W.F.K. heeft duidelijk gemaakt hoe het drieassige luistertoestel model Van Soest werkte en wat het doel van het luistertoestel was. De tweeassige luistertoestellen, die in gebruik waren in het Nederlandse leger hadden geen cilindrisch planchet, maar werkten met een apart toegevoegde hoekmeettafel (mogelijk het voor ons bekende ronde planchet) met handkijker. In de loop der jaren namen de vliegsnelheden toe. De methode van het twee‑assige luistertoestel werkte niet goed meer omdat op het ronde planchet te veel geëxtrapoleerd moest worden waardoor de doelwaarneming onnauwkeurig werd. Daarom is in de dertiger jaren het drieassige zoeklicht en het daarmee samenwerkende drieassige luistertoestel ontworpen. Bij de drieassige zoeklichten zat het eigenlijke lamphuis in een zogenaamde wieg op rollen.
Het zoeklicht werd ingesteld volgens het standvlak. Dat was het vlak waarin de rechte vlieglijn van het vliegtuig en de standplaats van het zoeklichtlicht.
Wanneer de wieg door draaien om de eerste as in de richting van de snijlijn van het standvlak met het maaiveld (=veldhoek) staat, werd de derde as zo ingesteld dat de tweede as loodrecht op het standvlak stond (=hellingshoek standvlak, standhoek genoemd). Nu werd de lamp ontstoken en deze rond de tweede as bewogen, dit was het zogenaamde zwaaien met het zoeklicht in het standvlak. Het doel kwam men dan vanzelf tegen. Het drieassige luistertoestel Van Soest leverde na luisterwaarnemingen voor het zoeklicht de veldhoek en de standhoek, waarmee het zoeklicht vervolgens werd ingesteld.
Volgens K. was het Wapen der Genie verdeeld in drie hoofdgroepen:
- Pioniers en torpedisten (symbool anker),
- Verbindingsdienst (symbool bliksemschicht) en
- Verlichtingsregiment (symbool helm).
[ noot: volgens andere bronnen is dit:
- Regiment Pioniers
- Regiment Verlichtingstroepen (symbool helm)
- Regiment Verbindingstroepen (symbool bliksemschicht)
- Korps pontoniers en torpedisten (symbool anker) ]
Het Regiment Verlichtingstroepen bestond uit ZoeklichtAfdelingen tegen luchtdoelen gecommandeerd door een Kapitein. Deze Afdelingen waren ieder onderverdeeld in vier secties ieder onder leiding van een luitenant, waarbij één verkennend zoeklicht met luistertoestel en drie volgzoeklichten waren ondergebracht. De ideale situatie was dat het verkennende zoeklicht met bijbehorend luistertoestel drieassers waren en de volgzoeklichten tweeassige zoeklichten (kaarthoek en elevatie). Het volgende schema geeft de veldsituatie van een sectie weer.
Na waarneming van een doel door het luistertoestel (LT) werd het verkennend zoeklicht (ZL) ingesteld en de lamp ontstoken. Zodra het doel in de lichtbundel zat, werden de andere zoekllichten van de sectie gericht en ontstoken. De luisterstoestellen bij de troep waren in de meeste gevallen tweeassige Van Soest luistertoestellen, maar ook het gebruik van de drieassige Van Soest kwam voor. Volgens Kuijper werd het drieassige zoeklicht ook tweeassig gebruikt als er geen drieassig maar een tweeassig luistertoestel aanwezig was. De as van het lamphuis werd dan horizontaal gezet.
Bij het drieassige luistertoestel werd de planchetkast op de eerste etage van het luistertoestel rond de vertikale kolom in kaarthoek verdraaid en op het scherm werd met een potlood een rechte lijn geschreven, waarvan het verlengde op de gradenboog de hellingshoek van het standvlak aangeeft. Hoe de potloodconstructie werkte weet K. niet meer.
Op de foto bevindt zich op de planchetkast de schaal voor de aflezing van de veldhoek van het standvlak, terwijl op de schaal van de planchetkast de hellingshoek van het standvlak werd afgelezen.
Volgens K. was het drieassige zoeklicht in 1939/1940 zeer modern. Het werkte met een koolspitslamp, waarvan de instelling automatisch verliep. Een motoraandrijving bracht de koolspitsen dichter bij elkaar om zo het afbranden te compenseren. De motor liep echter iets te langzaam. Met een klein hol spiegeltje werd een deel van de warmte van de koolspitsvlam op een bimetaal geprojecteerd. Werd de vlam te koud dan liet het bimetaal de motor sneller lopen tot de juiste temperatuur weer was bereikt. De koolspitsen van de tweeassige zoeklichten werden met de hand geregeld.
Noot: Na de Duitse inval werd alle apparatuur van de zoeklichtafdeling Sloten (Amstelveen/Amsterdam) ingeleverd bij het Marine Etablissement te Weesp.
Noot: ook op vliegveld Ockenburg was tijdens de meidagen 1940 een luistertoestel aanwezig [referentie]
Uit een ontvangen verhaal over de organisatie voor de Tweede Wereldoorlog van zoeklichtafdelingen bij de krijgsmacht is een beeld gekregen hoe de luistertoestellen in die organisatie functioneerden. De Verlichtingsdienst van de Genie bestond uit zoeklichtafdelingen tegen luchtdoelen, opgedeeld in ieder vier secties met vier zoeklichten, waarvan één het verkennende zoeklicht was aangevuld met een luistertoestel. Nadat met het luistertoestel de richting van het doel was vastgelegd, werd als eerste het verkennende zoeklicht ontstoken. Was een doel in de lichtbundel gevangen, dan volgden de andere zoeklichten. Via oudgedienden bij de VIIde Zoeklicht Afdeling is vervolgens meer informatie achterhaald.
Verdere kontakten met veteranen via de “Opmaat”
Brief van veteraan K.D. S., dd. 2-2-1999 en telefonisch contact 10-3-1999: Ik werd als dienstplichtig sergeant in april 1939 opgeroepen om me te melden in de Kromhoutkazerne te Utrecht voor de zogenaamde voormobilisatie. Wij werden van Utrecht naar Rotterdam vervoerd, waar ons materiaal, te weten zoeklichten, luisterapparaten, dynamowagens, etc. in een havenloods lagen opgeslagen. Wij waren ingedeeld bij een sectie van de IIIde Zoeklicht Afdeling tegen luchtdoelen, waarvan het hoofdkwartier onder commando van kapt. Lamberts was ondergebracht in het kasteel van Rhoon. Ons oorlogbestemmingsgebouw was Spes Bona aan de Enk te Rotterdam (Z).
S. was commandant van een verkennend zoeklicht, een luistertoestel en een kijkertoestel, die op een weiland aan de Charloische Lagedijk te Rotterdam (Zuid) stonden. Zijn luistertoestel was een afwijkend model met een hoekmeettafel (het zogenaamde vlakke planchet) waarop een kijker bevestigd was. Dat verklaart waarschijnlijk, dat het drieassige zoeklicht zoals op de foto in de twee-assige stand staat. Na de capitulatie werd, op last van de bezetter, alle materiaal ingeleverd op het terrein van de voormalige Apollo-fabriek te Schiedam.
Brief van veteraan J.W.G.H. B.: Sgt.B. heeft in 1938 als luisteraar het drieassige luistertoestel bediend, dat vanuit de Kromhoutkazerne voor oefeningen naar het fort bij Rijnauwen was gereden. Daar werd eerst op een bewegende zoemer (“zoemerbaan“) en daarna op een vliegtuig geoefend. In 1939 bij de opkomst voor de voormobilisatie (eind augustus 1939) heeft hij de luistertoestellen niet meer gezien. Onderstaande door hem gemaakte foto’s zijn foto’s van drieassige luistertoestellen. Op de eerste foto staat een drieassig luistertoestel en een tweeassig zoeklicht die in de transporttoestand gereed staan. De andere foto is de weergave van de zoeklichtsectie met de bijbehorende apparatuur in de Kromhoutkazerne, een drieassig luistertoestel, een drie-assig zoeklicht en twee gewone twee-assige zoeklichten.
Hieronder een foto van de volledige colonne van een zoeklichtsectie. Achter de eerste truck zien we een drieassig zoeklicht en achter de derde truck een luistertoestel dat boven de truck uitsteekt. Dat zal een twee-etage drieassig luistertoestel moeten zijn.
De volgende foto is van een drieassig zoeklicht dat in de twee-assige stand staat (instelbaar in kaarthoek en elevatie).
Brief van veteraan J.M. P.: In 1938 – 1939 was ik 11 – 12 jaar oud. Op een weiland achter ons ouderlijk huis op een paar kilometer van het Vliegveld Waalhaven stond een zoeklicht en een luistertoestel van een afdeling van de Genie, die in een school aan de Slotboomstraat, Charlois, Rotterdam ingekwartierd was. Wij kwamen met de soldaten in gesprek toen we op oudejaarsavond oliebollen en chocolademelk bij hen brachten. Het luistertoestel had vier hoorns (waarschijnlijk een Miriaphon) die ergens samenkwamen in een vierkant doosje. De soldaat die het ding bestuurde had een koptelefoon op zijn hoofd. Hij draaide het apparaat zodat hij het gezochte vliegtuig het duidelijkst hoorde, dan las hij de cijfers af, altitude en azimuth en gaf deze door aan het zoeklicht, waarmee daarna het vliegtuig in het zonnetje werd gezet. Zij gaven dan de cijfers weer door aan het afweergeschut dat ongeveer een kilometer verder in de polder stond.
Brieven van veteraan K. v. d. E., dd. 03-06-1999 en 27-7-1999: Eind 1939 woonden wij, (ouders en kinderen) in Rhoon, een paar kilometer ten Zuiden van het toenmalige vliegveld “Waalhaven”. Ik was toen 9 jaar oud. Na de mobilisatie werd op een weiland achter ons huis, door de Genie van Waalhaven, een zoeklicht geplaatst met een mobiele generator en een luistertoestel. Overdag stonden ze binnen in houten schuurtjes, ‘s Avonds kwam een groep Genie-militairen om de luistertoestellen buiten op te stellen en te testen. Daarna gingen ze slapen op strozakken in een schoolgebouw, behalve de wachtposten. Dit ging zo door tot mei 1940. Af en toe was er een alarm (Engelse vliegtuigen vlogen toen al naar Duitsland). Het luistertoestel had een soort afgeknotte molenwieken (lijkt op de Miriaphon zoals bij de Genie in gebruik was). Ik denk dat het vier gevoelige microfoons waren die in alle richtingen verplaatst konden worden. Ze draaiden alle vier tegelijk. Zo kon nauwkeurig het geluid van vliegtuigen en de richting van de vliegtuigen vastgesteld worden. Het luistertoestel was behulpzaam bij het richten van het zoeklicht. Een batterij zwaar luchtafweergeschut stond dicht bij het vliegveld Waalhaven.
Achtergrond
- Kapitein der Genie C.W. van Dooden, Zoeklichten ten behoeve van de verdediging tegen luchtvaartuigen, Militaire Spectator 1922 afl. 4.
- No. 454. Voorschrift Gebruik van zoeklichten tegen luchtdoelen (V. Zln.tl.). Breda, De Koninklijke Academie (1933).
- W. Klinkert, R.U.M.M. Otten, J.F. Plasmans (1992), 75 jaar Luchtdoelartillerie 1917 – 1992.