Luchtakoestiek: De eerste opdracht (1928)
De eerste opdracht (1928)
Het experimentele gebruik van luisterapparaten van buitenlands fabrikaat in de late 20-er jaren van de twintigste eeuw was voor het Nederlandse leger niet tevreden stellend. De aard van de bezwaren is in geschreven vorm niet gevonden.
Maar men kan veilig veronderstellen dat de klachten voortkwamen uit de onhandigheid van de apparaten, wat het transport, de installatie en de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloedde. Dit veroorzaakte tijdverlies, wat bovendien nog werd vergroot door de benodigde samenwerking met de overige vereiste apparatuur als zoeklichten. Verder waren de akoestische eigenschappen verre van ideaal door bijvoorbeeld mechanisch veroorzaakte bijgeluiden tijdens gebruik van het apparaat waardoor een ontdekt vliegtuig niet of slecht te volgen was.
De studie van dit complex was het onderwerp van een opdracht van de Commissie voor Physische Strijdmiddelen van het Ministerie van Oorlog aan het Meetgebouw, een commissie die in 1924 was opgericht. Een aantal bijzonderheden en de voortgang van deze eerste order zijn nog bekend. Daarom zal het onderwerp wat uitgebreider worden behandeld om de werkwijze van het Meetgebouw te illustreren. Volgens nog bestaande documenten is in eerste instantie onderzoek uitgevoerd aan het Tsjechoslowaakse luistertoestel van het fabrikaat Goerz dat begin 1928 was aangeschaft door het Wapen der Genie van de Nederlandse Krijgsmacht voor circa Dfl 5900.
Het Goerz systeem heeft twee onafhankelijke delen met ieder twee akoestische schotels. Een van de operators luistert naar geluid in het verticale vlak (elevatie) en de ander naar geluid rondom. Het geluid wordt vanuit de schelpen naar een stetoscope overgebracht. Gelijk geluid in het linker- en rechteroor geeft de juiste richting van de geluidsbron. Beide richtingen worden gecombineerd en met een potlood op papier aangegeven.
Het apparaat is 1.35 m hoog, 3.56 m lang en 3.31 m breed. Het systeem weegt 320 kg. [bron: FEQ796, Imperial War Museum, VK]
Van Soest kreeg een half toestel (horizontaal vlak) ter beschikking. Hij stelde vast dat de lagering van het apparaat door zijn grote gewicht bij verandering van kaarthoek en/of elevatie zoveel lawaai maakte dat het waar te nemen vliegtuig tijdens zo’n hoekverandering slecht of niet werd gehoord. Een vliegtuig was daardoor moeilijk met het apparaat te volgen. Verder gaven de buizen die het geluid van de gehoorschelpen naar de oren van de waarnemer transporteerden een grote demping en vervorming van het geluid.
Van Soest ontdekte dat dit apparaat een principiële tekortkoming bevatte, namelijk een diagonale plaatsing van één enkel stel luisterschelpen waardoor ‘een foutieve zijdelingsche instelling bij kleine elevaties een 1.6 x zoo groote fout in de hoogterichting met zich meebrengt‘. Daarop werd besloten een nieuw prototype te vervaardigen. Deze eigen ontwikkeling werd daarna vergeleken met de Goertz en twee andere luistertoestellen: de Doppelt Richtungshörer en de Barbier, Benard en Turenne, welke dezelfde negatieve resultaten gaven.