Operationele Research: Reservisten

 

Operationele ondersteuning in Afghanistan (2003 – 2010)

 
In 2003 gingen voor het eerst TNO medewerkers de reeds aanwezige Nederlandse militairen in Afghanistan ondersteunen. Als operationeel analist hielpen zij de militairen te bepalen of zij de juiste activiteiten uitvoerden om de missie te behalen. Deze ondersteuning werd dermate gewaardeerd dat de Koninklijke Landmacht reservistenfuncties voor operationeel analisten creëerde, zodat zij ook tijdens oefeningen en andere uitzendingen ingezet konden worden. Tot en met 2010 zijn er 16 TNO collega’s als reservist naar Afghanistan geweest voor een gezamenlijke uitzendduur van ruim 90 maanden.

Eén vrouwelijk reservist operationele analyse ging naar Uruzgan en constateerde:

Je kunt een land beter duiden als je er zelf bent. Wanneer je op vakantie naar Frankrijk gaat, kijk je op de kaart. Maar pas als je camembert hebt geroken, gaat het land voor je leven. Met Afghanistan is het net zo. Het zand bijvoorbeeld is zo fijn van structuur, dat het overal in gaat zitten. Je materieel slijt supersnel, je krijgt je zonnebril niet meer schoon, je fotocamera houdt er na drie weken mee op. Dat soort dingen.

De aankomst in Afghanistan
De aankomst in Afghanistan

 

Zand, zand en nog eens zand
Zand, zand en nog eens zand

“Je kunt heel mooie, intelligente en slimme toepassingen bedenken, maar je moet ook begrijpen waar en hoe de innovaties van TNO worden ingezet”, vult een ander aan, die drie dagen per week actief is als innovatiemanager bij de Koninklijke Marechaussee in Den Haag. “Ik ben reservist geworden om me nog meer in de Nederlandse krijgsmacht te kunnen inleven. Doordat ik ervaar hoe de realiteitszin van wat we bedenken wordt getoetst, kan ik eraan bijdragen dat onze innovaties op het gebied van – in mijn geval – bijvoorbeeld cyber en hybride conflictvoering nog beter toepasbaar zijn.”
“We komen door het directe contact op ideeën en behoeften waar we anders niet op zouden komen.”

De reservist van de Koninklijke Marechaussee: “Als je de soldaat informatie van een mobiel apparaat wilt laten gebruiken terwijl deze zich in een drukke dreigende situatie bevindt, dan is dat niet zo handig. Zorgen we voor een andere interface met bijvoorbeeld augmented reality in de vorm van fysieke of collaboratieve robots (cobots), dan is dat wellicht een oplossing.  
Dat zijn typisch ervaringen, die in de praktijk tot je komen. Tegelijk komen we door het directe contact op ideeën en behoeften waar we anders niet op zouden komen, zoals de mogelijke behoefte van de marechaussee aan kleine draagbare laserwapens voor het bewaken van objecten in dicht verstedelijkt gebied”.
De analiste vervolgt: “Toen ik eens buiten de poort was, zag ik vanaf het dak van de governor’s compound velden waar eerst opium had gestaan en nu aardappels werden geteeld. Ook keek ik op de speelplaats van een gemengde basisschool, die de landmacht daar had helpen opzetten. Op het trappetje van een glijbaantje stonden wel tien kindertjes elkaar te verdringen. Het liet zien dat de Nederlandse aanpak werkte: De kinderen gingen naar school én hadden veel plezier.”

Onderdeel van het team

“Wat ik mooi vond, was die samenwerking tussen Ontwikkelingssamenwerking, Defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken”, zegt ze. “Verder deden we als reservisten ook echt mee en voelden we ons onderdeel van het team. Dat kwam mede door het opwerktraject van acht weken in Nederland, waar we elkaar in oefeningen en planvormingen goed leerden kennen.”
“Toen er in Uruzgan raketten op het kamp vielen was dat toch wel heel bijzonder”, kijkt de reservist van het eerste uur terug. “Volledig omgehangen (in gevechtstenue en bewapend) werden we ingedeeld in de quick reaction force en liepen we ’s nachts wachtdiensten. Op zulke momenten word je als een gewoon militair beschouwd. Niet voor niets herhalen we ieder jaar de militaire basisvaardigheden op de schietbaan en in de gasmaskeroefenruimte.”

De slaapzaal
De slaapzaal

Nieuwe operationele concepten

Momenteel ondersteunt de analiste de landmacht bij het beproeven van nieuwe operationele concepten. “Wij helpen deze concepten vorm te geven als onderdeel van de bestaande oefen- en trainingsweken. Welke variabelen zou je willen meten? Welke gevolgen heeft dat voor de logistiek, de planning of bij een aanval? Wanneer opereer je effectiever dan voorheen en hoe ga je dat meten? We doen ook weer mee aan een oefening in Duitsland en één dag in de week nemen we deel aan het overleggen met de werkgroepen op de kazerne.”
“Maar er zijn nog veel meer reservistenfuncties dan alleen die van operationeel analist of innovatiemanager. Zo hebben we een collega die een dag in de week werkt als scientific advisor bij de staf van de luchtmacht. Een ander stuurt het scheepvaartverkeer aan tijdens oefeningen en operaties van de marine en weer een ander adviseert de landmacht over bermbommen. Zo zetten we de verschillende specialismen, die TNO in huis heeft graag in voor Defensie.”

Beveiligde werkruimten
Beveiligde werkruimten

Meerwaarde

Het is een aanrader om reservist te zijn. “Het is een meerwaarde. Zeker als je wordt uitgezonden ga je qua ontwikkeling in een snelkookpan. Je leert onder tijdsdruk presenteren en rapporteren, werken in een team, lange dagen maken, in een andere cultuur dingen doen. Bovenop die persoonlijke ontwikkeling leer je veel, wat je weer bij TNO kunt toepassen. TNO onderkent dat en faciliteert de reservisten uitstekend met specifieke arbeidsvoorwaarden.”

“Met een gezamenlijke geschiedenis, die al meer dan zeventig jaar teruggaat, zijn Defensie en TNO belangrijke partners van elkaar”. “Het uitwisselen van personeel is erg nuttig. We zien dat reservisten vaak een rol als consultant nemen op het grensvlak van Defensie en TNO, of als programmamanager of projectleider. Dat doen ze omdat zij de verbinding kunnen maken – op welk onderzoeksgebied dan ook. Hoe sterker we daar nu en in de toekomst op inzetten, hoe groter het effect is dat we samen kunnen bewerkstelligen.”

Met de voeten in de klei. Voor de reservisten van TNO is het meer dan een uitdrukking. Op de loonlijst bij de landmacht, luchtmacht, marine of marechaussee gaan ze, elk vanuit hun specifieke deskundigheid, mee met de mannen en vrouwen waarvoor hun onderzoek is bestemd.

Nog de operationeel analist citerend, die in 2003 als één van de eerste TNO-experts met de Koninklijke Landmacht op uitzending naar Afghanistan ging. “Onze taak was het concreet en meetbaar maken van de doelstelling van de missie: vrede en veiligheid brengen. Welke veranderingen moet je dan bewerkstelligen? Zijn er minder aanslagen? Verandert de houding van de bevolking ten opzichte van de eenheden? Zien we economische groei? En dragen de dingen die we doen daaraan bij?”

“We gebruikten wetenschappelijke methoden en tools”, legt hij uit. “Zo bekeken we met een invloedsdiagram welke actoren een rol speelden en hoe die zich tot elkaar verhielden. Bovendien interviewden we de militairen die zich buiten het beveiligde kampement begaven. Op die manier konden we de commandant en de staf adviseren: als je aan deze knop draait, dan kan het deze impact hebben. Dus ga je naar het westen of het oosten? Ga je vechten of ga je juist een politiepost opbouwen, een schooltje neerzetten, de strijdkrachten opleiden? En hoeveel mensen moet je daarvoor dan opleiden?”

Bron

TNO Insight