Radar: ROBIN Lite en latere verzelfstandiging

 

ROBIN Lite en de latere verzelfstandiging

 

ROBIN Lite

Direct na het millennium worden plannen ontwikkeld om in het jaar 2020 op het Nederlandse deel van de Noordzee zo’n 70 offshore windparken aan te leggen. Deze kunnen per stuk zo’n 4 bij 4 km groot zijn, waarbij ze gezamenlijk een belangrijk deel van de Noordzee zullen bestrijken. De hoogte van de windmolens reikt tot 150 m. Dat levert gevaar op voor vliegende vogels.

Windmolens op zee. Foto: A. Borst (TNO)
Windmolens op zee.
Foto: A. Borst (TNO)

Om de effecten op het vogelverkeer te bepalen is in 2004 een kennisconsortium opgericht door belanghebbenden voor de productie van windenergie op zee in Nederland: We@Sea. Een van de deelnemers is Bureau Waardenburg (BuWa) uit Culemborg. Zij hebben op dat moment problemen met het door hen gebruikte geautomatiseerde Amerikaanse meetsysteem bestaande uit twee scheepsradars. Door de golfreflectie van de zee lukt het BuWa niet om hun dataset betrouwbaar te maken. Daarom benaderen ze TNO om een vogelradar te ontwikkelen die wel zeeclutterbestendig zou zijn. Tegen eind 2006 zou zo’n vogelradar moeten worden geleverd. Dat systeem wordt het ROBIN Lite-systeem. ROBIN-Lite bestaat uit twee delen:

  • Ten eerste een horizontaal ronddraaiende radar die in een diameter van 20 km rond de radar alle posities en vliegbewegingen van vogels registreert. Dit kan in principe iedere willekeurige maritieme radar zijn.
  • Ten tweede een verticale radar met een paar nieuwe mogelijkheden. Deze verticale radar bestaat uit twee parallelle antennes:
    • Een antenne die geen puls uitzendt maar een continu radarsignaal.
    • De gekoppelde tweede antenne neemt continu alle radarreflecties waar.

De ‘solid state’ vertikale radar maakt gebruik van geïntegreerde circuits en is daardoor minder onderhoudsgevoelig. Deze radar kan 4 tot 8 kilometer ver kijken en kan daarbij hoogte meten. Omdat de radar weinig vermogen uitstraalt – vergelijkbaar met de uitgezonden energie van een mobiele telefoon – mag hij stil staan en kun je er ook de vleugelslag van vogels mee meten.

Met het gecombineerde systeem is te detecteren welke vogels gevaarlijk dicht in de buurt van welke windmolens vliegen. Juist die windmolens die een gevaar opleveren voor vogels, zijn dan snel stil te zetten.

ROBIN Lite schematisch Slide: A. Borst (TNO)
ROBIN Lite schematisch
Figuur: A. Borst (TNO)

Toch is het nog een probleem om met de beschikbare rekencapaciteit operationeel en in real-time een veelbelovende filtertechniek te gebruiken. Dit blijft een punt van onderzoek, waar ook afstudeerders aan de TU Delft voor worden ingeschakeld. Ook het trackingproces wordt zo verbeterd.
BuWa gaat werken met een enkele scheepsradar, die voor hoogte-informatie gedraaid moet worden.

Op de vliegbasis Woensdrecht heeft voor het ESA Flysafe project een aantal jaar een ROBIN Lite radar gedraaid met satellietcommunicatie via de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA. Het ESA-project uit 2006 maakte deel uit van het ESA-ruimtevaartprogramma en was gericht op het verbeteren van de vliegveiligheid over landsgrenzen heen. Het zou in een geïntegreerd automatisch vogelwaarschuwingssysteem moeten uitmonden.

 

De oprichting van ROBIN Radar Systems BV

Op 23 juni 2010 wordt ROBIN Radar Systems BV als spin-off van TNO opgericht. De eerste tijd blijft het ROBIN Radar Systems-team te gast op de locatie Waalsdorp, in het gebouw van TNO Defensie en Veiligheid. Intussen worden snelle ontwikkelingen gemaakt met de doorontwikkeling van de eerste purpose built vogelradar ter wereld: geen gewone scheepsradar meer, maar een Frequency-modulated continuous-wave radar (FMCW) die alle kanten op kan draaien en targets kan blijven volgen. Het prototype wordt op het dak van TNO geplaatst en de computers worden in water- en schokbestendige kisten gemonteerd.

Er wordt ook een ROBIN 2D-mobiele configuratie gemaakt. Het is een systeem dat in een busje, dat van TNO is overgenomen, is in- en opgebouwd. Hiermee blijken, ondanks zeeclutter, vogels tot op 20 km afstand waar te nemen.

Meetbus ROBIN Radar Systems
Meetbus ROBIN Radar Systems

De belangstelling voor ROBIN-systemen groeide door het incident met vlucht AT 0685 van Royal Air Maroc op 6 juni 2010. Bij de start op Schiphol kwam de Boeing 737 in botsing met een groep Canadese ganzen. Het wachten duurde echter nog tot 6 september 2012, de dag dat Schiphol een contract tekent met ROBIN Radar systems. Een 12 maanden durende proef start op de Polderbaan.

Er kwamen in die periode steeds meer opdrachten binnen voor ROBIN Radar Systems. In maart 2012 vertrekt ROBIN Radar Systems van de TNO locatie Waalsdorp naar een eigen onderkomen elders in Den Haag. TNO blijft intussen een van de strategische leveranciers van ROBIN met hun onderzoeks- en ontwikkelingscapaciteit.

Meer informatie over de begintijd van ROBIN Radar Systems is te lezen in het uitgebreide boek “Kievit wordt Robin en vliegt uit”