Human Factors: Priegeltest (1979)
Priegeltest (1979)
De afdeling Visuologie van het IZF richtte zich op de visuele basisfuncties (o.a. gezichtsscherpte, kleurenzien, dieptezien), instrumenteel zien (o.a. kijkers, warmtebeeldapparatuur, helderheidversterkers) en visuele ergonomie (o.a. verlichting en typografie). De priegeltest was een voorbeeld van een toepassing van onderzoek naar visuele basisfuncties.
Bij inspectie en fijn montage- en tekenwerk speelt de detailwaarneming van nabij een belangrijke rol, evenals bijvoorbeeld bij het graveren van topografische kaarten. Voor dit ‘priegelwerk’ ontwikkelde het IZF de ‘priegeltest’ waarmee de detailwaarneming nabij kan worden getest. Omdat het vermogen om details
nabij zonder bril waar te nemen sterk afneemt met de leeftijd – vooral boven de 40 jaar – is het zinnig om werknemers, met name ouderen of werknemers met oogklachten die zijn belast met priegelwerk regelmatig aan deze test te onderwerpen.
De test was eind jaren zeventig ontwikkeld en kwam in 1983 commercieel op de markt.
Het testpatroon bestaat uit ‘Landolt-ringen’ in zes formaten. De oriëntatie van de ‘Landolt-ringen’ kan zijn: hap links, rechts, boven of onder. De zes grootten
van de hap zijn: 0,12; 0,10; 0,08; 0,06; 0,05; en 0,04 mm. Dit patroon werd op een matglazen ondergrond aangeboden via een simpel doosje, van achteren inwendig verlicht. Aan de achterzijde van de test ¡s het patroon vergroot afgedrukt.
Achter de regels staat de hapgrootte van het testpatroon in mm. Voor de regels staat de inverse van de hapgrootte aangeduid met de leiter P van ‘Priegelindex’. De schaal loopt van P:25 – uitstekend tot P: 8 – slecht. Voor deze manier van aanduiden is gekozen om geen verwarring te krijgen met de aanduiding voor de gezichtsscherpte (V), die niet boven de waarde V: 3 pleegt uit te komen.
Welk detail men nog moet kunnen lezen is afhankelijk van de taak. P: 25 is alleen nog te lezen met jonge gezonde ogen en door oudere mensen met een speciale
werkbril. Er zijn echter weinig taken waarvoor deze hoge eis zal moeten gelden. Hoewel het moeilijk is een exact eisenpakket op te stellen, willen wij het volgende
schema adviseren. Als testresultaat wordt genomen de kleinste regel die nog geheel goed wordt gelezen.
Testresultaat | Conclusie |
---|---|
P:25 | Uitstekende oegen voor priegelwerk |
P:20 | Goede ogen voor priegelwerk |
P:16 | Bij langdurig priegelwerk brilcontrole wenselijk |
P:13 | Bij langdurig priegelwerk brilcontrole noodzakelijk |
P:10 | Zonder brilcontrole, ook voor kortstondig priegelwerk ongeschikt |
P:8 | Brilcontrole nodig |
* Met nadruk zij erop gewezen dat P:16 met een leesbril veelal zonder problemen kan worden bereikt.
Bron: De TNO Priegeltest